Eigenlijk weet iedereen wel zo’n beetje wat een faillissement inhoudt. Een faillissement kan worden uitgesproken wanneer iemand is opgehouden zijn schulden te betalen. Van belang hierbij is wel dat het moet gaan om schulden in het meervoud. Een enkele schuldeiser is nooit voldoende voor een faillissement, hoe hoog die ene schuld ook is. Wanneer echter sprake is van meerdere schuldeisers, en een van de schuldeisers vraagt het faillissement aan, dan zal de rechtbank het faillissement in beginsel uitspreken.
Wanneer een faillissement is uitgesproken wordt al het bestaande vermogen van de schuldenaar te gelde gemaakt en verdeeld onder de schuldeisers. Vaak is sprake van preferente schuldeisers, zoals de belastingdienst, die voorrang hebben op andere schuldeisers. Daarom blijft vaak weinig tot niets over om aan de normale schuldeisers, ook wel de concurrente schuldeisers genoemd, uit te keren.
Wanneer de betrokkene een natuurlijk persoon is dan kan, in plaats van het faillissement, ook de Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) van toepassing verklaard worden. Dit heeft een groot voordeel ten opzichte van een faillissement. Bij een faillissement is het namelijk zo dat de schulden blijven bestaan nadat het vermogen is verdeeld onder de schuldeisers en het faillissement in opgeheven. Bij een WSBP daarentegen dient u enkele jaren, in de regel drie jaar, zo goed als mogelijk uw schulden af te lossen. Wanneer u deze tijd op het spreekwoordelijke houtje heeft gebeten, wordt aan u door de rechter een schone lei verleend en bent u van uw restant van de schulden af.